De geschiedenis van Lyon
|
|
|
Ligging Lyon in het huidige Frankrijk
|
De Kelten in Europa en
Anatolië, vroeger en nu:
██ Hallstatt kerngebied, rond de 6e eeuw
v.Chr.
██ Andere delen van Europa waar vroeger Kelten
woonden.
██ De zes overgebleven Keltische gebieden.
██ Gebieden waar nu nog een Keltische taal
wordt gesproken.
|
Gallia est omnis
divisa in partes tres
|
0
500
1000
1500 1789 1870 2000
|
Romeins
|
‘Bourgondisch’
|
Karolingers
|
Capetingers
|
Orléans /Bourbons
|
|
|
|
|
|
|
Romaans
|
Gotisch
|
Flamboyant gotisch/
Renaissance
|
Barok
|
Classi-
cistisch
|
|
|
Zijdehandel/
Zijdeweverij
|
|
Zijdeweverij
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het ontstaan
Er zijn twee Keltische nederzettingen gevonden
die van vóór de Romeinse overheersing dateren. De eerste bevond zich op de
heuvel van Fourvière, op de rechteroever van de Saône. De tweede - van de Gallische stam van de Segusiavi- lag tussen de Rhône en de Saône ( dit
gebied heet nu Presqu`île).
De eerste Romeinse nederzetting was een
legerbasis van Julius Caesar in 58 v.Chr. op de heuvel van Fourvière. In 43 v.Chr. werd Lugdunum (Colonia
Copia Claudia Augusta Lugdunum) gesticht door Lucius
Munatius Plancus. De naam is ontleend aan de Keltische zonnegod Lugh (1).
|
|
|
|
|
|
Waar Saône en Rhône
samenvloeien
|
Pre-Keltische resten
|
Plattegrond Vieux-Lyon
|
Lugdunum ontstond op de
Fourvière heuvel- amfitheater aan overkant
|
Detail met tempels,
theater,odeion en renbaan
|
Lugdunum middelpunt
Romeinse handelswegen
|
Het hele Gallische gebied was door de Romeinen
onderverdeeld in:
. Gallia Cisalpina (ten zuiden van de Alpen)
. Gallia Transalpina (ten westen van de Alpen)
-Gallia Narbonensis provincia
-Gallia Comata (tussen Rijn en
Pyreneeën) (2)
-Gallia
Belgica
-Gallia Aquitania (3)
-Gallia
Lugdunensis (=Celtica)
Lugdunum werd de hoofdstad van Gallia Lugdunensis.
Vanaf ongeveer 15 v. Chr. ( tot 38 n. Chr.) mocht Lugdunum zilveren
keizerlijke munten te slaan en kreeg daarom een van de cohortes urbanae
toegewezen om dit proces te beschermen
In 12 v.Chr. liet Drusus op de samenvloeiing van de Saône en de
Rhône een altaar bouwen dat werd
gewijd aan Rome en keizer Augustus. Het werd het centrum van de keizerlijke
cultus in Gallia Comata. Verschillende afgevaardigden
van de drie Gallische provincies, kwamen er samen en vierden er elk jaar op
1 augustus de cultus van Rome en keizer Augustus. Later vloeide daar een
soort van provinciale vergadering uit voort voor de vertegenwoordiging van
de “60 Naties van Gallië”. Claudius
deed aan de Senaat een voorstel om Galliërs het recht te geven Senator te
worden. Een bronzen tablet met de hele tekst hiervan is gevonden in 1528
(nu in Gallo-Romeins museum)
|
|
|
|
De
aquaducten (rode lijnen)
|
Het theater en het Odeion (plattegrond in museum )
|
Het theater in het Parc Archéologique
|
De toneelwand van het theater was 30 m.
|
|
|
|
|
Het oorspronkelijke amfitheater
|
en zoals het er nu bijligt
|
Renbaan op mozaïek (Gallo-Rom.museum)
|
Het tablet van
Claudius
|
|
|
|
|
De Gallische god Sucellus – in Rom. tijd ‘Dis Pater’= ‘hij die leven geeft’ met
bijl, kom en hond
|
Tutela, de beschermster der steden (met
stadsmuren op haar hoofd)
|
Tempel op de Fourvière heuvel; op bijna
dezelfde plek werd de basiliek gebouwd
|
Doorsnede van dezelfde tempel. Slechts
de kelders zijn gevonden. Rest is reconstructie
|
Augustus bouwde een keizerlijk paleis en een theater dat
uiteindelijk 11.000 zitplaatsen had. Er kwam een tempel, een amfitheater
(des Trois Gaules), een forum en thermen en keizer Claudius (in Lugdunum
geboren) liet aquaducten aanleggen. In de 2de eeuw kreeg de stad een Odeion
met 3000 plaatsen (4)
Lugdunum was van de Gallische steden de stad met het grootste aantal
inwoners (ca. 32.000). De stad was opgedeeld in verschillende wijken. De
woonwijken lagen vooral in het zuiden. Er waren handelscontacten met
Germanië, Italië en het Oosten over land en via de Rhône en de Saône.
De stad had een van de eerste christelijke
gemeenschappen in het Romeinse Rijk. Deze was ontstaan dankzij de vele
Oosterse handelaars en reizigers die zich in de stad hadden gesetteld. In
177 n.Chr . waren er christenvervolgingen waarbij Saint-Blandine de martelaarsdood
vond (in het amfitheater).
In 197 werd de stad tijdens de Romeinse burgeroorlog
voor een deel verwoest. Vanaf 250 begonnen de Romeinen zich te concentreren
op de Rijngrens en verloor de stad zijn prominentie aan Augusta Treverorum
(Trier). Na Germaanse invasies, tegen het eind van de derde eeuw, waarbij
ook het voor de stad levensbelangrijke Romeinse aquaducten onbruikbaar
werden, raakte de stad in verval. Op de Fourvière(heuvel) bevindt zich nu
een Parc Archéologique met het Gallo-Romeinse museum en de restanten van
het theater en het Odeion. De resten van het amfitheater zijn ook nog
vindbaar, hoewel niet bezichtigbaar,
maar de ‘amfi’vorm is niet meer te herkennen.
In 460 n.Chr. werd Lugdunum het centrum van het
Bourgondische Koninkrijk. In 725 werd de stad door de Saracenen geplunderd.
Het stadscentrum verplaatste zich naar de rechteroever van de Saône waar
men wel genoeg drinkwater had en de rivier dichtbij was ten behoeve van de
handel.
|
|
|
|
|
|
Plattegrond Lyon
1100- 1700
|
Kathedraal Saint-Jean
Romaans- gotisch
|
De astronomische klok;
wijzerplaat elke 66 jaar
te vervangen
|
De Traboules
–dwarsstraten op de hoofdstaat
|
Hoofdstraat met
Renaissancehuizen
|
Trappenhuis; veel huizen
hadden ‘Italiaanse’ kleuren
|
|
|
|
|
|
|
Huizen met loggia`s
|
En altijd een eigen bron
|
Musée Gadange
|
Nog een traboule
|
Een wandeling langs
18/19de eeuwse traboules
|
Uitbreiding naar
Presqu`île
|
|
|
|
|
|
Barok en classicisme
|
Houten voetgangersbrug
|
Het nieuwe stadhuis
|
Rhône en Saône in beeld
|
Place Bellecour
|
Er volgde een lange periode van stilstand, totdat in de 11e
eeuw de Kerk de stad een nieuwe impuls gaf, door Lyon de zetel van de
Primaat (aartsbisschop) van Gallië te geven. De Abdij Saint Martin D’Ainay
en de gotische kathedraal Saint Jean met astronomische klok ontstonden.
Maar de kooplieden en ambachtslieden
kwamen in opstand en dwongen de aartsbisschop hen het recht op zelfbestuur
te geven. De stad groeide door de gunstige ligging op het kruispunt van
handelswegen en de vier jaarmarkten die het mocht houden. De Franse
koningen woonden er vaak, onderweg naar de Italiaanse gebieden waar ze
expansie nastreefden. Ze vochten er mede op verzoek van verdreven
Italiaanse families als de Gadange (vijanden van de Medici).
Omdat het vlak bij Italië lag, kwam Lyon als eerste
Franse stad in aanraking met de Renaissance.
De Romaanse en Gotische huizen in de wijk Vieux Lyon
werden vervangen door flamboyant-gotische maar vaker nog door
renaissance-stadspaleisjes. Renaissancehuizen hebben vierkante ramen; alles
is symmetrisch en dat staat ‘ver van de natuur’.
De‘traboules’ overdekte doorgangen, (uit het Latijn:
transambulare=doorheenlopen) in de Oude Stad werden zo gebouwd omdat er
geen ruimte was voor echte straten.
De (latere) traboules in Croix-Rousse (17de/18de
eeuw) ontstonden omdat de zijdewevers of ‘canuts’ hun textiel gemakkelijk
van het ene atelier naar het andere kunnen brengen zonder dat de stoffen
beschadigd werden).(5)
De stad kreeg als eerste stad een drukpers (alleen met toestemming van de
koning te gebruiken!).
Frans 1 stimuleerde naast de verkoop van zijde, ook het
weven ervan en de stad had een goed ontwikkeld banksysteem, wat heel
prettig voor de koning was en veel ondernemingen aantrok.
In de 17de eeuw was de westelijke oever van
de Saône te vol geworden voor de rijke kooplieden en zijdewevers. Op het Presqu`île werd een nieuwe
stadswijk opgezet waarbij de
moerassen aan de linkeroever van de Rhône werden drooggelegd en
Place Bellecour werd gecreëerd. Daar werden grote huizen in classicistische
stijl gebouwd. Er ontstonden nieuwe gebouwen als kloosters, ziekenhuizen en
een nieuw stadhuis. Er werden ook veel technische uitvindingen gedaan
(Ampère/
Montgolfier-heteluchtballon)
De Franse Revolutie maakte een abrupt eind aan deze expansie,
omdat de radicalen in Parijs (de Jakobijnen) Lyon te royalistisch (=op de
hand van de koning) vonden. Het revolutionaire leger belegerde Lyon en de
stad moest zich overgeven, waarbij de vestingwerken werden ontmanteld, de
huizen rond Bellecour werden gesloopt en de stad ook haar naam verloor (de
nieuwe naam werd Ville-Affranchi= Bevrijde Stad). Toen Napoleon de macht
overnam, verbeterde de situatie snel.
|
|
|
|
|
Plattegrond Lyon 1800-
1900
met Croix – Rousse (nieuwe woonwijk van de wevers) in het
noorden van deze kaart
|
De vaten waarin de natte
zijde werd opgeslagen vóór betaling; 24 uur lang werd het vocht
afgevoerd;
|
Het overspoelen van
grote klossen naar kleine klosjes
|
Jacquard weefgetouw
|
De 19de
eeuwse opera
met 20ste
eeuwse opbouw
(en podium vanwege de
Open Dag)
|
|
|
|
|
|
Het museum Lumière
|
Ingang van het museum
|
De Lumière villa
(schaalmodel)
|
Deel van trappenhuis
|
De werkplaatsen (zijn
weg)
|
Even na 1800 vond Jacquard het ponskaartweefgetouw uit
(het begin van de computer!). De zijde-industrie floreerde steeds meer.
Zeer belangrijk werd daarom Louis Pasteur die ontdekte hoe de ziekte onder
de zijderupsen (1853 ontstaan) voorkomen kon worden.
De weefgetouwen werden groter en de wevers moesten
verhuizen naar de heuvel aan de noordkant van het Presqu`île, de Croix
Rousse, waar meer ruimte was.
In het Maison des Canuts worden (zijde)weefdemonstraties
gegeven en in het Musée Historique des Tissus is heel veel over de
geschiedenis van de weverij te zien. In het naastliggende Musée des Arts
Decoratifs bevindt zich het meubilair etc. van de bourgeoisie.
Eind 19de eeuw werd in Lyon door de familie
Lumière de film uitgevonden. Een van hen vond daarnaast bijv. ook nog de
kunstarm uit—ideaal voor alle oorlogsinvaliden!
Op de Fourvièreheuvel werd in 1870 een basiliek gebouwd vanwege een belofte dat
die er zou komen als de Pruisen de stad
niet zouden bezetten (Frans-Duitse oorlog 1870-1871). Zo geschiedde!
Hij lijkt op de Sacré Cœur en bevat alle stijlen. Vlak ernaast staat de
Tour Métallique, een kopie van de Eiffeltoren, maar hoewel slechts 1/3 van
de grootte ervan, vanwege de ligging op de heuvel toch uitstekend boven de
basiliek (en dat gaf natuurlijk ‘geestelijke’ problemen!)
|
|
|
|
|
|
De Fourvière heuvel met
Basiliek en ‘Eiffel’toren
|
Alle stijlen maar
duidelijk ook veel Moors
|
|
De ‘Eiffel’apart
|
|
|
|
|
|
|
Uitzicht vanaf de Fourvière
heuvel : de Opera, de Hallen
|
De Hallen ‘inside’
|
Geschilderde gevels,
soms met klein echt raampje
|
|
|
|
|
|
|
Rechts: ook niet echt!
|
Uitzichten vanaf het
water
|
Jeu de boules
|
Open Dag cultuur Lyon
|
en waar geen tijd meer
voor was! bijv.:
Musée des Beaux-Arts
|
Inmiddels staan alle (genoemde) oude wijken van Lyon,
die in de jaren `60 van de 20ste eeuw zijn gerestaureerd, op de Werelderfgoedlijst.
De Hallen zijn ook een bezichtiging waard. Het woord suggereert iets ouds
(als in Parijs), maar ze zijn heel modern en alle chic van de wereld is er
te koop!
En verder is een boottocht over de Saône na een
vermoeiende traboules-wandeling ook zeer aan te bevelen.
Kortom: 4 dagen is te kort! (mei 2011)
Bron: Dominicusgids
Auvergne (Ardèche/Lyon/Beaujolais), Eric Strijbos (2004) en diverse
websites over de geschiedenis van Lyon
Noten:
(1)Lugdunum is eigenlijk
een Romeins-Keltische benaming. De oudste Keltische vorm is teruggevonden
op een zilvermunt uit het jaar 42 v.Chr. en luidt “Lugudunon”. Vanaf de
romanisering werd eerst de naam Lugudunum gebruikt. “lugu” is de naam van
de Keltische zonnegod, “dunum” betekent heuvel of berg. Lugdunum betekent
dus “heldere heuvel”. De Dominicus reisgids geeft ook daarnaast ook de naam
‘ ravenheuvel’. Omdat steden vroeger hun plaats kregen naargelang de
geografische voordelen in het landschap werd deze benaming dan ook voor
andere steden gebruikt in de Romeinse tijd. Er waren drie verschillende
steden die Lugdunum heetten. Lugdunum Batavorum was het huidige
Katwijk, nabij Leiden, in Nederland. Lugdunum Convenae was
het huidige St. Bertrand-de-Cominges in Frankrijk. De bekendste en
belangrijkste stad was Colonia Copia Claudia Augusta Lugdunum
(Lyon).
(2) Gallia est omnis divisa in
partes tres, quarum unam incolunt Belgae, aliam Aquitani, tertiam qui
ipsorum lingua Celtae, nostra Galli appellantur ( begin van Caesar’s De
Bello Gallico).
(3) In bijna al deze
"Gallia's" werden verwante dialecten van dezelfde Keltische taal
gesproken. In Aquitania werd een geheel andere taal gesproken, verwant aan
het Baskisch en (waarschijnlijk) aan het thans uitgestorven Iberisch. Het
is om geografische redenen dat Caesar dit gebied tot "Gallia
Comata" rekende.
(4)Een odeion werd voor
voordrachten en zang- en muziekvoorstellingen gebruikt. Gewoonlijk was het
cirkelvormig en in tegenstelling tot theaters overdekt.
(5)door de traboules had
Lyon in WOII prachtige schuilplaatsen voor het verzet. Tijdens de Tweede
Wereldoorlog was Lyon het centrum van het Franse Verzet. Dit kwam vooral
omdat de stad tot en met 1942 bij onbezet gebied hoorde. Daarnaast heeft
Lyon een strategische ligging, zo vlak bij Italië. Ook komen hier vele belangrijke
wegen samen, waardoor het voor de kopstukken van het verzet makkelijk was
om hier samen te komen, maar ook weer snel te “verdwijnen”
|